Navigeren: de bolletjesroute
Bij een bolletjesroute is door middel van bolletjes met een streepje aangegeven welke windrichting je op moet. Het streepje kan naar boven, onder, links of rechts wijzen. Dit betekent dan N, Z, W of O: het streepje wijst naar de windrichting. Een streepje naar rechts is dus Oost. Hiermee kan je dus ook samengestelde windstreken maken: wijst het streepje op het eerste bolletje naar onder en op het tweede bolletje naar rechts, dan is de windrichting dus ZO. Bij het 1e bolletje streepje naar boven, 2e bolletje streepje naar boven en 3e bolletje streepje naar links: NNW (kruispunt 2 op het plaatje).
Per groepje bolletjes begin je van beneden naar boven te lezen; lees je verkeerd of staat het expres verkeerd om (de tocht is wat pittiger) dan krijg je niet-bestaande windrichtingen: in de voorbeelden hierboven OZ en WNN. Deze zijn snel te vertalen door even "Arabisch te lezen" (van rechts naar links).
Je hebt bij deze techniek ook een kompas nodig; je moet weten waar het noorden ligt. Je kan de windrichting dan ook vertalen in graden en die instellen op het kompas.