In dit gedeelte vind je alles over knopen: knopen heb je nodig bij pionieren of om twee touwen te verlengen. Ook worden veel knopen in de scheepvaart gebruikt.
Een andere tak van knopensport zijn de sierknopen, zoals bijvoorbeeld gebruikt bij het fluitkoord.
Elke knoop heeft zijn specifieke kenmerken en gebruiks doeleinden. De knopen hieronder zijn de knopen die het meest bij onze groep worden gebruikt.
Wetenswaardigheidjes:
- Een Knoop is de algemene benaming voor alle touwverbindingen, met name die welke in het eind van een lijn zijn geknoopt, met twee einden van dezelfde lijn zijn geknoopt en alle knopen in dunne lijnen.
- Een steek is de verzamelnaam voor alle knopen waarmee een lijn aan een paal, bolder of stang (of een andere lijn of zichzelf) wordt verbonden. Vaak zit er verschil in dikte in de lijnen.
- Een sjorring is een type knoop die bij scouting gebruikt wordt om objecten te pionieren van touw en houten palen. De functie van de sjorring bepaalt welke versie je gebruikt.
- Een worp (volgens mij is er maar 1...): als je naar de mastworp kijkt en 'm maakt, dan zie je dat je 'm om de paal kunt 'werpen'.
Andere termen voor touw:
- Lijn: zo noemt men touw op een schip
- Landvast: dit is een lijn, staaldraad, touw of tros waarmee een schip wordt afgemeerd aan een bolder aan de wal, een dukdalf of een meerpaal. Ook wel bekend als meertouw.
- Schoot: lijn waarmee je de stand van het zeil t.o.v. het schip regelt (scheepvaart).
- Val: de lijn waarmee je het zeil ophijst (scheepvaart).