Pionieren: de steigersjorring

Soms zijn de palen die je tot je beschikking hebt te kort. Een mogelijkheid om een paal te "verlengen" is het gebruik van de steigersjorring. Twee palen overlappen elkaar met één meter. Aan beide zijnden wordt een identieke sjorring gelegd, die tesamen de steigersjorring vormen. Met twee palen van 5 meter kan je dus een samengestelde paal van maximaal 9 meter lengte maken.

Let er op dat de sjorring door wrikken vrij snel los kan gaan zitten, zeker als de krachten loodrecht op de lengteas van de paal staan. Controleer dus regelmatig of de sjorring nog op spanning staat. 

Je begint de sjorring met een mastworp om beide palen. Zorg ervoor dat de mastworp in het midden van het touw zit. Als de mastworp is gelegd heb je dus aan beide zijden een even lang stuk touw over. Vervolgens sla je beide uiteinden tegengesteld om en om rond de palen. Aan één zijde van de paal komen de slagen dus netjes langs elkaar te liggen, aan de andere zijde kruisen de slagen elkaar. Doe dit per touwzijde 7 maal, zodat er (exclusief mastworp) 14 touwstrengen naast elkaar liggen.

De sjorring zet je op spanning door aan beide zijden wiggen tussen de palen te drijven. De wiggen komen evenwijdig aan de lengteas van de paal te liggen. Zorg ervoor dat het hout van de wig voldoende hard is en dus niet (direct) versplintert.